Brainspotting is iets anders dan EMDR. Het is voortgekomen uit de EMDR. Beiden zijn methoden om versneld pijnlijke ervaringen te verwerken. David Grand ontdekte het effect tijdens een EMDR sessie. EMDR is meer geprotocolleerd en is vooral gericht op het brein. Grand ontdekte dat je brein beter kan verwerken, als het zenuwstelsel de opgeslagen trauma energie ontlaadt. Het lichaam faciliteert daarmee het brein om te verwerken. Brainspotting is makkelijker toepasbaar. Het richt zich op de ontlading van lichaam waardoor het brein pijnlijke ervaringen of blokkades kan oplossen. Dit gebeurt via de juiste oogpositie. De richting die je opkijkt, bepaalt welk deel van je hersenen geactiveerd wordt. Op de juiste positie zitten brein en zenuwstelsel/lichaam op hetzelfde onderwerp. Dit is te vergelijken met twee tandwielen die elkaar in beweging houden. Een prettig aspect van brainspotting is dat je ook kunt werken vanuit de positieve kant en rust. Daarmee vergroot je dat wat in positieve zin al aanwezig is. Bijvoorbeeld meer rust, meer vertrouwen, meer ontspanning. Deze vormen heten resourcen en expansion.