De DSM
De DSM is een instrument om psychiatrische en psychische stoornissen (psychopathologie) te classificeren en diagnosticeren. De afkorting staat voor ‘ Diagnostic and Statistical Manuel of Mental Disorders’. Deze classificatie handleiding is inmiddels toe aan zijn 5e versie. Diagnoses door psychiaters en psychologen worden sinds 2017 gesteld volgens de DSM5. In iedere versie zijn wijzigingen op basis van veranderende inzichten. Stoornissen verdwijnen, worden aangescherpt of worden voor het eerst omschreven. Daarnaast biedt het hulpmiddelen om tot diagnosticering te komen. De DSM is onderverdeeld in clusters en categorieën.
Belangrijke categorieën:
- – Stoornissen doorgaans gediagnosticeerd op zuigelingenleeftijd, kinderleeftijd of in de adolescentieperiode (waaronder ontwikkelingsstoornissen)
- delirium, dementie en amnestische en andere cognitieve stoornissen
- Psychische stoornissen door een somatische aandoening
- Aan middelen gebonden stoornissen
- Schizofrenie en andere psychotische stoornissen
- Stemmingsstoornissen
- Angststoornissen
- Somatoforme stoornissen
- Nagebootste stoornissen
- Dissociatieve stoornissen
- Seksuele stoornissen en genderidentiteitsstoornissen
- Eetstoornissen
- Slaapstoornissen
- Stoornissen in de impulsbeheersing
- Aanpassingsstoornissen
- Persoonlijkheidsstoornissen
Een diagnose gaat makkelijk een eigen leven leiden. Ik ‘ben’ een borderliner, een narcist, manisch depressief, autistisch of depressief. Het is belangrijk om in het oog te houden dat het een classificatiesysteem is op basis van bepaalde kenmerken waar we blijkbaar eens in de zoveel jaar anders over gaan denken. Uiteindelijk ben je een mens met bepaalde klachten, eigenschappen en ontwikkelde voorkeursstrategieën met als doel om het leven veilig te houden. Een diagnose is dus geen vaststaand gegeven. Vrijwel iedereen schijnt gedurende een bepaalde periode van zijn leven aan de kenmerken van een bepaalde diagnose te voldoen.